De ingenieur van het SS Rotterdam
Het SS Rotterdam is, naast de Erasmusbrug, het nieuwe Centraal Station en de Laurenskerk, een prachtig icoon van de stad. Sinds het begin van deze eeuw ligt het voormalige vlaggenschip van de Holland-Amerika Lijn (H.A.L.) op Katendrecht, heel symbolisch op korte afstand van het voormalige kantoor van de H.A.L, nu Hotel New York.
Het SS Rotterdam is het grootste passagiersschip dat ooit in Nederland is gebouwd, en volgens velen één van de mooiste. En zonder iets af te willen doen aan de betekenis van het schip voor de andere Rotterdammers: het SS Rotterdam is gebouwd bij de RDM, op de Rotterdamse Heijplaat, onder regie van RDM-er en Heijplater Ir. H.W. (Wim) Stapel. Het SS Rotterdam en de Heijplaat hebben dus een bijzondere band. Het gezin Stapel woonde ‘in het witte huis’ op de kop van de Courzandseweg, nr. 72. Een dochter van hem en Aafke Stapel sr, Aafke van der Sluijs-Stapel, was onlangs terug op de Heijplaat, bekeek het dorp van haar jeugd, en vertelde ons erover.
Aafke werd geboren in 1956, ‘hetzelfde jaar dat de kiel voor het SS Rotterdam werd gelegd,’ op de Courzandseweg 52. Dat is een mooi en riant huis dat samen met het buurhuis een karakteristieke twee onder een kap woning vormt. Later verhuisde het gezin Stapel naar Courzandseweg 72, het huis dat oorspronkelijk gebouwd werd voor Ir. Kornelis van der Pols, de RDM-directeur die vanaf de jaren vijftig gezichtsbepalend was voor de RDM. Van der Pols was tevens voorzitter van werkgeversvereniging ‘Metaalbond’, en van de VVD. Om maar enkele van zijn vele nevenfuncties te benoemen.
Aafke vertelt geestdriftig over haar jeugd in de jaren zestig op de Heijplaat. Zo vertelt ze enthousiast over het gezamenlijke buiten spelen van de kinderen uit de buurt op het grasveld tegenover nr. 52. ‘Zelf speelde ik graag in de speeltuin bij de Corydastraat.’ Ze herinnert zich de bijeenkomsten en optochten met Koninginnedag. ‘Met de lampionnen achter de Dockyard aan, iedereen deed mee.’ Aafke ging in het dorp naar de (inmiddels gesloopte) bewaarschool, waar de juffrouwen Scholten en Hendriks toezicht hielden. Aafke herinnert zich dat één van de juffen zich tegenover haar broer een minder gepaste opmerking veroorloofde over het ruime kindertal van het gezin Stapel, waardoor Wim Stapel zich gedrongen voelde haar een reprimande te geven. Eveneens bezocht zij de zondagschool in de Julianakerk. Na de kleuterschool stuurden haar ouders haar naar een lagere school buiten het dorp.
In de herinnering van Aafke had haar moeder moderne, vrije opvattingen en maalde zij niet om standsverschillen. Waren die er ook niet op de Heijplaat? Onder kinderen niet, meent Aafke. ‘Er was wel enige hiërarchie, maar we speelden met elkaar.’
Vader Wim was volgens haar streng voor zichzelf en voor anderen, met een stevige arbeidsmoraal. Stapels biograaf onderstreept deze observatie: ‘hij was veeleisend, niet makkelijk, recht door zee.’ Maar ook: ‘gaf vertrouwen, stimuleerde de mensen om zich heen om zich te verbeteren.’ Stapel was in Aafkes herinnering voorstander van het bouwen van mooie, ambachtelijke schepen, niet van grote tankers. ‘Dat kunnen we toch nooit van de Japanners winnen.’ En ook daarin geeft Stapels biograaf haar gelijk: ‘een grondige analyse (…) leidde tot de beslissing: de RDM bouwt geen VLCC’s’. (Een VLCC is een Very Large Crude Carrier, oftewel zeer grote tanker voor ruwe olie). Stapel was geen vriend van Cornelis Verolme en geen voorstander van de fusie tot Rijn-Schelde-Verolme (RSV). Zijn hart lag bij de RDM. Na de fusie tot RSV werd hij directeur van Verolme IJsselmonde. ‘Hij was liever directeur van de RDM geworden’, aldus Aafke.
Ir. H.W. Stapel.
Wim Stapel groeide in het begin van de vorige eeuw op in Spaarndam. Hij behaalde het HBS-B, en het HTS-scheepsbouw diploma, en vervolgens de ingenieurstitel aan de Technische universiteit in Delft. Na enkele jaren gewerkt te hebben voor de Koninklijke Pakketvaart-Maatschappij (KPM) maakte hij in 1952 de overstap naar de RDM. Na de regie gevoerd te hebben over de bouw van enkele tankers, werd Wim Stapel de bouwmeester van het SS Rotterdam, ‘bouwnummer 300’. De prachtige vormgeving van het schip, waaronder de twee bijzondere schoorstenen op de achterzijde, getuigen van zijn bijzondere vakmanschap.