Een geïmporteerde staking: de RDM en de actualisten
Op donderdag 5 juni 1924 kwam een aantal kisten aan op de werf van de RDM op de Rotterdamse Heijplaat. Daar zaten onderdelen in voor machines die gemaakt moesten worden voor enkele bootjes van de Angel Sacks Company. Twee van dergelijke machines werden al bij de RDM gemaakt, de kisten bevatten onderdelen voor twee andere. Maar toen de werklieden van de draaierij en bankwerkerij de kisten zagen, viel hen op dat daar ‘Werkspoor’ als afzender op stond. Werkspoor! Daar werd al weken gestaakt tegen een aangekondigde loonsverlaging! Er kon geen sprake van zijn dat de werklieden van de RDM dit ‘besmette werk’ gingen overnemen. Hun baas raadpleegde chef Knape, de latere directeur van de RDM. Wie het van Werkspoor afkomstige werk niet wilde doen, kon direct vertrekken, oordeelde Knape. Veertig man stonden op straat. Vervolgens werd het werk opgedragen aan werklieden van de gereedschapsmakerij. Die weigerden eveneens. Bij drie andere Rotterdamse werven, Fijenoord, Burgerhout en Wilton, voltrok zich een soortgelijk tafereel. Binnen de kortste keren stonden maar liefst 400 arbeiders buiten de poorten.
Werkspoor en de fascisten
De genoemde staking bij Werkspoor was al vanaf 8 mei gaande. En dat was een staking die landelijk veel aandacht kreeg. Niet zozeer vanwege de loonsverlaging – dat was in die jaren aan de orde van de dag. Nee, het ging erom dat de ‘Actualisten’ zich met de Werkspoor-staking bemoeiden. Het Verbond van Actualisten (VvA) was op 23 januari 1923 opgericht, en was daarmee de eerste fascistische politieke partij in Nederland. Het VvA was geïnspireerd door de machtsovername door Mussolini in Italië. Eén van hun eerste openbare optredens betrof een poging om deze staking bij Werkspoor te breken. In Rotterdam en Den Haag werden werkwilligen (in vakbondstaal ‘onderkruipers’) geronseld. In Rotterdam gebeurde dat in de werkplaatsen van de RDM en in de daklozenopvang van het Leger des Heils. Deze werkwilligen werden per trein en met een boot naar het Amsterdamse Werkspoor-terrein gebracht. Dit met instemming en medewerking van Werkspoor, die onder meer de boot regelde waarmee de onderkruipers werden vervoerd.
RDM-directeur Dijkgraaf
Volgens een in de NRC geciteerde werkgever, was het overbrengen van het besmette werk naar Rotterdam een ‘weloverwogen plan’. Door het werk van Werkspoor te verplaatsen naar meerdere Rotterdamse werven, werd een groot aantal Rotterdamse werklieden in het conflict betrokken. De Rotterdamse metaal-arbeiders waren zwakker georganiseerd dan de Amsterdamse, en twee jaar eerder was in Rotterdam nog een grote staking door de vakbonden verloren. Een uitgelezen kans dus om de vakbonden te verzwakken. En van wie was dat ‘weloverwogen plan’ afkomstig? ‘De leiding (van de staking) is nu niet meer bij de directie van Werkspoor (…) doch bij den Metaalbond, wat wil zeggen, dat de leiding nu niet meer in A’dam, doch in R’dam, (…) bij den heer Dijkgraaf is,’ schreef ‘De Metaalbewerker’, het blad van de metaalbewerkersvakbond ANMB. Oftewel: de ‘Metaalbond’, de belangenorganisatie van metaalwerkgevers, had de leiding naar zich toegetrokken, en binnen de Metaalbond maakte Dijkgraaf de dienst uit. Anton Dijkgraaf was, samen met Dirk Endert, directeur van de RDM. Tevens was hij dagelijks bestuurder van de Metaalbond. In ‘De Metaalbewerker’ werd hij ervan beschuldigd degene te zijn die achter het ronselen en het sturen van de werkwilligen naar Werkspoor zat. De ‘hooge beschermer van de actualisten’ werd hij genoemd. De Rotterdamse krant ‘Voorwaarts’ ging daar nog overheen en omschreef Dijkgraaf als ‘de Rotterdamsche fascistenleider’. Terecht? Dat kan niet met zekerheid worden vastgesteld. Wel is moeilijk voorstelbaar dat de samenwerking met de ‘actualisten’ zonder zijn instemming plaatsvond. En voor het sturen van het besmette werk naar de RDM was zijn instemming zelfs noodzakelijk.
Na negen maanden (!) staken werd een compromis gevonden door Rijksbemiddelaar Van IJsselsteyn. In plaats van 10% loonsverlaging en 10% tariefsverlaging, zou Werkspoor een loonsverlaging van 2,5% en een tariefsverlaging van 10% doorvoeren. En verder zouden er geen ‘rancunemaatregelen’ worden genomen: alle stakers zouden worden teruggenomen. Zowel bij ‘Werkspoor’ als bij de Rotterdamse werven.
RDM weigert naleving afspraak
Maar die laatste afspraak werd niet nagekomen. De RDM weigerde om vijftig stakers terug te nemen. Directeur Endert gaf te kennen dat ‘aan de poort wel zou worden uitgemaakt’ wie op de werf weer welkom was. Zo eindigde deze geïmporteerde staking in stijl: met een scherp randje.